Berging van de F.VIII

De berging van de Fokker F-VIII Duif

28 februari 2001
Berging van Fokker F.VIII in jungle

Van onze binnenlandredactie
SCHIPHOL – Medewerkers van het Nationaal Luchtvaartmuseum Aviodome zijn deze week naar een indianenstam in het Amazonegebied in Venezuela vertrokken om een Fokker F.VIII uit 1927 te bergen.

Het gaat om De Duif, een passagierstoestel dat in de jaren twintig werd gebouwd en uit hout, linnen en metaal bestond. Hoewel het hout en het textiel zijn verdwenen, is de romp van staalbuis nog in redelijke staat. Ook de restanten van de twee motoren zijn nog aanwezig. De tien medewerkers willen de resten van het anderhalf jaar geleden ontdekte toestel naar Nederland overbrengen.

De Duif vloog van 1928 tot 1937 voor de KLM in Europa. Daarna gebruikte de KLM het toestel in Nederlands West-Indië (Suriname en de Nederlandse Antillen). Het vliegtuig werd in 1939 verkocht aan Venezuela. Binnen een maand kwam het in het oerwoud op een te kleine vliegstrip terecht. Eén vleugel raakte hierbij de grond, waarna het vliegtuig vlam vatte. Het toestel brandde uit en de bemanning wist na enkele weken de bewoonde wereld weer te bereiken.

Tip
Tot twee jaar geleden dachten luchtvaarthistorici dat er nergens ter wereld nog een vooroorlogs KLM-vliegtuig zou bestaan. Jarenlang werd aangenomen dat het toestel verloren was gegaan, totdat medewerkers van Aviodome in 1999 tijdens een museumconferentie in Washington een tip kregen van Venezolaanse collega's dat er nog steeds restanten van het toestel waren.

Zes maanden na de tip rustte het museum een zoekexpeditie van drie man uit. In Carácas vond men de piloot die de Fokker in 1939 had gevlogen. Dankzij zijn aanwijzingen slaagde men erin het gebied waar het vliegtuig lag door de lucht te bereiken.

Een behulpzaam opperhoofd van een lokale indianenstam was bereid de locatie van de Fokker aan te wijzen. Daarbij merkte de expeditie dat verschillende onderdelen uit het vliegtuig inmiddels door de indianen in gebruik waren genomen. De brandstoftanks van het vliegtuig werden gebruikt om een inheems soort bier te brouwen. Het stamhoofd had zelf de pilotenstoel als trofee in zijn hut staan. Het Aviodome hoopt ook deze onderdelen mee te nemen. In ruil krijgen de indianen nieuwe tanks om bier te brouwen.

Het is de bedoeling dat een Cougar-helikopter en een Lockheed Hercules-transportvliegtuig van de Venezolaanse luchtmacht de onderdelen naar de kust vliegen voor verder transport per schip. Na de berging zullen de restanten naar verwachting al begin mei worden geëxposeerd in het Luchtvaartmuseum Aviodome op Schiphol.

Hoogtijdagen
De Fokker F.VIII was het enige tweemotorige passagiersvliegtuig dat Fokker vóór de Tweede Wereldoorlog bouwde. Andere passagiersvliegtuigen die Fokker tijdens zijn hoogtijdagen bouwde –rond 1930 was Fokker de grootste vliegtuigfabriek ter wereld– hadden meestal drie motoren.

Fokker ontwierp de F.VIII in 1926 voor de KLM als opvolger voor de trouwe eenmotorige F.VIIa op het Europese net van de KLM (toen nog beperkt tot Brussel, Parijs, Londen, Hamburg, Kopenhagen en Malmö). Dit net had wel steeds meer te verwerken gekregen: van 6000 passagiers in 1926 tot 13.000 passagiers in 1927. De Fokker F.VIII De Duif werd in 1927 gebouwd door de Fokker-fabriek in Amsterdam-Noord. Het vliegtuig bood plaats aan vijftien passagiers.

Bron: Reformatorisch Dagblad https://www.rd.nl/oud/bin/010228bin07.html
Share by: