Denen vliegen met twee C.V's van Kopenhagen naar Tokio


Inleiding


In 1925 bestelde de Deens luchtmacht (Hærens Flyverkorpset) vijf Fokker C.V-B's.

De Denen hadden al vliegervaring met andere Fokkers zoals de C.I, de D.VII en de S.III en hadden dus vertrouwen in Fokkers.

De eerste C.V-B’s werden per schip afgeleverd, later bouwde de Deense luchtmacht ze in licentie.


Al eerder was een plan gemaakt om een langeafsandsvlucht te maken en Tokio werd het doel.

Twee C.V-B’s werden hiervoor aangepast, onder andere door extra brandstoftanks in te bouwen, evenals zeer moderne navigatieapparatuur.

Op diverse plekken langs de route zoals Karachi, Bangkok en Tokyo werden depots met onderdelen aangelegd.

De twee vliegers waren Kpt. Botved en Lt. Herschend. De monteurs die meevlogen waren Petersen en Olsen.


Op 16 maart 1926 vertrokken ze vanaf vliegveld Kløvermarken bij Kopenhagen.

De reis kan beschreven worden als een serie tegenslagen, pechgevallen en ziekte van Botved.

Zo verdwaalden ze in de dichte wolken, verongelukten ze bijna op ondergelopen vliegvelden, kregen lekkende benzinetanks en meer van dit alles.

De Loiraine Dietrich 12Db motoren, werden regelmatig te heet (ondanks de extra koeling) of gaven andere problemen.

Na een noodlanding van de R-2 in een rijstveld bij Rangoon zou Botveld alleen doorvliegen naar Tokyo.

Bij één van de latere noodlandingen werd het toestel door een menigte Chinezen bijna geheel ontmanteld. In Yokohama werd de kist gereviseerd en kreeg zij een nieuwe motor.


Op 1 juni werd door de C.V-B "R-1" Tokyo bereikt, begeleid door een escorte van Japanse toestellen.

Kpt. Botved ontving de gouden eremedaille van de Japanse luchtvaartclub.


Bron: Köbenhavn - Tokio - Köpenhavn. Copenhagen, Gyldendals Forlagstrykkeri, 1926.

Over de ervaringen tijdens de terugreis is ons niets bekend. Alleen dat er is teruggevlogen naar Denemarken via de aangegeven route op het kaartje.