Op 10 mei 1940 begon de Duitse aanval op Nederland. Om steun te zoeken bij de geallieerden, wilde minister van buitenlandse zaken, E. Van Kleffens, zo spoedig mogelijk naar Londen. 
Ook andere ministers wilden naar Londen.

De R-1 en R-3 startten vanaf de Braasemermeer en de R-4 en C.VIII W (de G-8) startten vanaf Marine VliegKamp De Mok (Texel) en werden naar Scheveningen Strand gedirigeerd.

De R-3 vertrok met Van Kleffens, zijn vrouw en minister Charles Welter van Koloniën vanaf het strand van Scheveningen naar Londen.

Het vliegtuig werd door de Duitsers beschoten maar kon ontkomen en landde veilig in Brighton.

De R-1 werd door de Duitsers hard aangepakt en moest terug naar MVK Schellingwoude ter reparatie, daar werden de T.VIII W toestellen immers ook gebouwd.

Op MVK Schellingwoude slaagde men er in de R-1 weer vliegwaardig te maken en kon het uiteindelijk naar Engeland te vliegen.

De C.VIII W (G-8) kwam aan zijn einde op het strand van Scheveningen, op 12 mei 1940.

De R-4, met c/n 5585 en afgeleverd op 28 juli 1939 wordt ook voor de evacuatie ingezet.

Zeer vroeg in de morgen van 10 mei 1940 wordt de R-4 weggezonden naar het Scheveningse strand.

Enkele leden van de regering zouden naar het VK moeten vertrekken maar waren niet compleet aanwezig.

Dat leverde derhalve een behoorlijke vertraging op en liep slecht af.

De Duitsers hadden de R-4 in het vizier en schoten het toestel in brand, rond 09.15 uur.

De Off/Vl J. Uijtenhoudt en Korp/Vliegt.Maker N. Kooijman werden zwaar gewond naar een ziekenhuis vervoerd.

Daar overleden beiden op 12 mei 1940.