De Fokker V.7 was een prototype. Het was een poging om de Dr.I te verbeteren door gebruik te maken van de experimentele Siemens-Halske Sh.III, dubbelwerkende rotatiemotor.
Bij een dubbelwerkende rotatiemotor draait de krukas in één richting, terwijl het carter de andere kant op draait*.
Om gebruik te maken van het hogere vermogen en het hogere toerental beschikte het vliegtuig over een vierbladige propeller met een grotere diameter vergeleken met de Dr.I.
De grotere schroefdiameter vereiste op zijn beurt weer een hoger landingsgestel.
De romp achter de cockpit moest worden verlengd om het gewicht de zwaardere motor te compenseren.
Er werden vier V.7-vliegtuigen gebouwd:
*Eén van de problemen van een rotatiemotor is dat de draaiende massa van de cilinders een gyroscopisch koppel veroorzaakt.
Dit koppel zorgt voor ‘vreemde’ krachten als de piloot een bocht maakt of stijgt of daalt.
Door een massa (het carter) de andere kant op te laten draaien, wordt het gyroscopisch koppel (gedeeltelijk) gecompenseerd.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.